In alle vroegte hing ik vaders was aan de lijn. Handdoeken, theedoeken, onderbroeken, sokken. Een overhemd, een broek, een pyjama.

Tot drie maanden geleden kon hij het zelf, deed hij het zelf. Afgezien van het beddengoed, dat ik al jaren meenam omdat hij het anders, staand op een keukentrapje, op zou hangen aan een rekje aan de deur van de achterste kamer. Met gevaar voor vallen.

Ik schaam me, had hij in de mail geschreven, dat er alweer een bijna volle wasmand staat. Schaamte was nergens voor nodig, antwoordde ik. Ik had 22 jaar thuis gewoond, en alle zorg en liefde ontvangen van mijn ouders. Hij had nog wat jaartjes van me tegoed.

Bovendien, de was kwam bijna even proper uit de machine als dat hij erin was gegaan. Geen vlekje, geen smetje, geen enkel gebruiksspoor. Vaders ijzeren regime als het ging om het aantrekken van schone kleren en het wisselen van handdoeken zorgde ervoor dat het textiel niet vuil kon worden. Hooguit waren de kledingstukken hier en daar wat versleten.

Een kind kon de was doen.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.