‘O, wat fijn dat je er weer bent!’

Ik moest vader erop wijzen dat deze vreugdekreet voor hem bedoeld was. Hij was zojuist langs de Indische dame gelopen, die op het bankje voor de deuren van het woonzorgcentrum zat. We kwamen terug van een ziekenhuiscontrole en hij had alle aandacht gericht op zijn rollator. De rollator waar moeder nog eventjes mee gelopen had, maar die daarna jaren ongebruikt in de voorraadkast annex washok had gestaan. De dame was inmiddels half opgestaan en stak in een triomfantelijk gebaar haar vuist in de lucht.

‘Wij zijn niet stuk te krijgen, hè?’ lachte ze naar vader.

Inderdaad, het was een klein wonder dat hij er nog was. Vijf weken ervoor lag hij in het ziekenhuis na een zware operatie. Hij was gevallen in zijn zorgwoning, en door een noodlottige samenloop van omstandigheden werd hij pas na twaalf lange uren gevonden. Hij had zijn heup gebroken en werd voor de keuze gesteld: niet of wel opereren. Doodgaan of misschien doodgaan. En hoewel vader ons al vaak had verteld dat hij er vrede mee zou hebben als hij zijn ogen zou sluiten, ging hij voor de risicovolle operatie.

Bijna 92 jaar oud, maar in goede conditie. Na de tia van vorig jaar was hij wat sneller vermoeid, maar hij las nog elke dag de krant en schreef nog elke dag zijn gedichtjes. Van zijn tafelgenoten was hij de enige die zonder hulpmiddelen het restaurant binnenkwam. Maar plichtsbesef gaf de doorslag. Hij was de huisfotograaf en bracht bewoners, personeel en evenementen in beeld. Wie moest die foto’s maken als hij er niet meer was?

De volledige narcose trok een zware wissel op zijn hart. Na afloop van de operatie werd hij maar moeilijk wakker. We mochten even naar hem toe en keken naar een bijna onherkenbare vader met een tube in zijn keel. Door het vocht in zijn gezicht leek hij jaren jonger. Het werden spannende uren, spannende dagen. Het delier waarmee hij ontwaakte was niet zomaar verdwenen, en nachten zonder slaap volgden elkaar op.

Regelmatig reden we naar zijn woning om spullen op te halen. Vaders punctualiteit, die ook de mijne was, liet zich zien in de Mikro Gids die op tafel lag. Opengeslagen op de zondag. Dat moest hij op zaterdagavond hebben gedaan, voordat hij naar bed ging. Zondagochtend bij het krieken van de dag was hij immers gevallen, tussen slaap- en badkamer.

Na vier weken revalideren mocht hij naar huis. De controle in het ziekenhuis doorstond hij glansrijk. ‘U kunt er weer vijf tot tien jaar tegenaan,’ sprak de orthopeed.

Inderdaad, niet stuk te krijgen.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.