Ik droomde dat moeder was overleden. Nog een keer.

‘Ik heb het gevoel dat ik dit al een keer heb meegemaakt,’ zei ik tegen zus P. terwijl we bij de balie van de zorginstelling stonden om bij de receptionist te melden dat moeder was overleden.

Een lange, dunne verzorgende die ik nog nooit had gezien boog zich bijna dubbel om ons te omhelzen. Ik gaf vader een formele hand om hem te condoleren. Door de hoge ramen van de zorginstelling zag ik moeder lopen. In een natuurgebied,  over een lang, slingerend grindpad. Dat kon niet, want ze was dood en de zes jaar voor haar dood kon ze al niet meer lopen. Ik moet mijn werk bellen, dacht ik, terwijl ik een brief uit de brievenbus haalde die een collega daar voor mij had achtergelaten. Er stonden een aantal taken in, vragen en opdrachten.

Had ik niet voldoende afscheid genomen van moeder, dat ik dit nu droomde? Ik was bij haar geweest toen ze stierf. Ik had een speech geschreven, nog een laatste kus op haar koude wang gegeven, kleding voor de uitvaart gekocht, bloemen besteld. Later hadden we haar kleren en andere persoonlijke spulletjes uitgezocht. Je zou toch zeggen van wel.

In de radio-uitzending over leven en dood noemde ik het een afgerond leven. Dat was het natuurlijk ook, na 89 jaar. Zeker in vergelijking met de te korte levens van hen die vlak daarna gingen.

Een afgerond leven, ja, maar wel dat van moeder. Nog een paar dagen, en dat is het alweer zes jaar dat we haar moeten missen.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.