Nog een nachtje slapen en dan is het zover: oktober. Een ander probeert wanhopig de zomer vast te houden en klaagt over de kou, ik bloei helemaal op.
Ik koop chrysanten. Niet dat ik ze zo mooi vind, maar mijn grootmoeder kreeg ze van mijn grootvader voor haar verjaardag op 3 oktober. Dat ook de verjaardag van mijn oom was, ze schonk hem het leven op haar eigen geboortedag.
Ik haal de keukenkastjes leeg, wissel mijn pannen om met de pannen die ik cadeau kreeg vanwege een ophanden zijnde verhuizing in de familie. Ik sop de planken en maak een warm badje voor het keukengerei dat ik niet al te vaak gebruik. Ik inspecteer mijn bakspullen en krijg zin om een taart te bakken.
Ik deel de kastjes opnieuw in en ruik al bijna het stoofvlees, de stoofpeertjes, versgebakken appeltaart.
Ik ben in mei geboren, maar voel me een oktoberkind. Misschien dat zoon X. daarom over twee weken verjaart.
Een laatste warme zonnestraal
verwarmt jouw eerste dag
En een laatste zwaluw die vertrekt
is de eerste die jij zag
Dat is waarom een oktoberkind
niet gelooft in laatste dingen
’t Zal een herfstdag als een lentedag
bezingen
(Liselore Gerritsen – Oktoberkind)