Vogeltjes

De achterbuurman zou gaan sterven. Vanuit het ziekenhuis was hij naar het hospice vervoerd, waar hij zijn laatste tijd zou doorbrengen. Ik stuurde hem nog een kaart. Een mooie, met een vogel erop. Ik had hem zo vaak vanuit mijn atelier in zijn achtertuin zien scharrelen. Het zaad voor de vogeltjes bijvullend, vetbollen ophangend aan de pergola. Het hospice stond in een bosrijke omgeving. Ik schreef hem dat ik hoopte dat hij vanuit zijn kamer in het hospice ook van de vogels kon genieten.

‘Bedankt voor je kaart, hè?’ klonk het over de parkeerplaats.

De buurvrouw vertelde dat haar man weer thuis was. Hij ging niet achteruit. Sterker nog, elke dag ging het een beetje beter met hem. Het ging zelfs zo goed, dat ze hem niet langer in het hospice wilden houden. De dood was nog niet in zicht, en hij hield een kamer bezet. Ik bracht hem een bosje tulpen. Het was mooi daar hoor, vertelde hij, en het stikte er van de vogeltjes. Maar hij was blij dat hij weer thuis was.

Twee maanden later is hij er nog steeds. Een enkele keer zie ik hem in de tuin, steunend op zijn rollator. Gisteren sprak ik zijn vrouw. Het gaat nog steeds goed, en dat terwijl hij er eigenlijk al niet meer had moeten zijn.

‘Niemand weet wanneer hij gaat,’ zei ze.

‘Bekijk het maar per dag,’ sprak ik haar bemoedigend toe.

‘Nee hoor,’ zei ze, ‘we bekijken het nu per maand.’

Aanbevolen artikelen

1 Reactie

  1. […] achterbuurman had, met veel pijn en moeite, het leven losgelaten. Hij mocht naar de vlinders en de vogels waar hij zo van hield. Een grote roofvogel sierde de voorkant van zijn kaart. Die foto had hij zelf gemaakt, in het park […]

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.