Portemonnee

Zus M. was altijd dol geweest op het geven van cadeautjes. Zo kocht ze lang geleden een designportemonnee voor me. Zomaar, een verlaat kerstcadeautje. Ze had er meteen twee aangeschaft, ook een voor zichzelf. Die van mij was van rood leer. De klep bezat nog een zacht vachtje van fuchsiaroze geverfd koeienhaar. Een ovale zilverkleurige ring sierde de klep en vergemakkelijkte het openen ervan.

Jaren zat hij in mijn tas. Ik sjouwde de portefeuille overal mee naartoe. Op enig moment raakten de aaibare roze haartjes los en ontstonden er kale plekjes op de klep. Niet erg, het leer eronder was zacht en soepel geworden van het liefkozen.

‘Wat heb je toch allemaal bij je?’ vroeg collega H. laatst. Met het deels thuis en deels op locatie werken kwam ik inderdaad met een behoorlijke hoeveelheid bagage de redactie binnen. Een stevige rugtas voor mijn best wel zware laptop en belangrijke papieren, een aardig formaat handtas met mijn persoonlijke bezittingen. Daar gooide ik ’s morgens ook nog een gevulde lunchbox en een appel in. Misschien was het mogelijk om die hutkoffer in te ruilen voor een kleiner formaat handtas, maar dan moest ik de inhoud aan een grondige inspectie onderwerpen.

Daar kwam de loodzware portemonnee tevoorschijn. Eigenlijk gebruikte ik hem niet of nauwelijks meer. De paar pasjes die ik dagelijks nodig had zaten in mijn telefoon. Contant geld leek iets uit een vorige eeuw.  Opeens realiseerde ik me dat ik vlak voor de pandemie een kleinere portemonnee had gewonnen op de Scandinavië XL beurs. Ook een uniek exemplaar, maar dan wat handzamer en blauw. Waar was die gebleven? Ik vond hem in een doos in mijn kast, waar ik hem had opgeborgen nadat ik tevergeefs had geprobeerd mijn pasjes in de net iets te nauwe sleufjes te proppen. Misschien moest ik het nog een kans geven.

Ik haalde de rode knip leeg. Een berg pasjes, sommigen verlopen of anderszins overbodig. Zesentwintig stuivers en nog wat ander kleingeld dat ervoor zorgde dat de portemonnee niet te tillen was. Met enige moeite en een hoop geduld lukte het om de belangrijkste pasjes in de openingen van de nieuwe blauwe te krijgen, de rest knipte ik door. De stuivers legde ik aan de kant. Wie kon ik blij maken met € 1,30?

Ik aaide de lege portefeuille en legde hem in de doos in mijn kast. Zus M. was er al bijna zes jaar niet meer. Weggooien was nog een brug te ver.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.