Cervelaat, rookvlees en eieren

Eindelijk had ik de tijd en de rust gevonden de biografie van Etty Hillesum te gaan lezen. Ik herinnerde mij haar dagboek, dat onder de titel Het verstoorde leven bij ons thuis in de boekenkast had gestaan. Ik had het nooit gelezen.

Een bijzondere vrouw, dat werd al snel duidelijk. Een meisje eigenlijk nog, dat niet ouder werd dan mijn dochter nu is: slechts 29 jaar. Een moedige, vrijzinnige geest, die het lot van haar Joodse volk wilde delen en er bewust voor koos niet onder te duiken, terwijl haar dat meerdere malen werd aangeboden.

Het boek naderde zijn einde. Ik besloot de laatste pagina’s nog voor het ontbijt te lezen, in de geborgenheid van de schommelstoel in mijn atelier. Toen kwam ik bij de passage dat Etty’s moeder vanuit Westerbork nog een wanhopige poging doet haar man, Etty’s vader, van bijvoeding te voorzien. Op een briefkaart vraagt ze aan een vriendin in Amsterdam om haar cervelaat, rookvlees en eieren te sturen. Zou het mogelijk zijn geweest, die eieren ongeschonden naar de Drentse hei te transporteren? Ik vroeg het me af. Tegelijkertijd betrapte ik mezelf erop dat ik dacht aan de laatste plakjes kalkoensalami, meegenomen van een lang weekend Luxemburg, die ik zo zou gaan eten. In vrijheid. Ik dacht aan de biologische rookvlees die net op was, aan de eieren die ik wilde gaan koken.

’s Middags bracht ik mijn dochter naar huis. Mijn 29-jarige dochter. Ze had haar verjaardag gevierd in de Achterhoek, en nam een doosje verse eitjes van de boer voor me mee. Later die dag vertelde mijn 92-jarige vader me dat hij Het verstoorde leven nooit in zijn bezit had gehad.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.