Ik had beurt. Tuinbeurt. Het was eigenlijk al mijn tweede gezamenlijke werkbeurt op het volkstuincomplex, maar de eerste ronde had ik gemist door corona. Dat was niet zo fijn, want een gemiste beurt betekende inhalen of betalen. Ik had helaas geen antwoord gekregen op mijn vraag wannéér ik kon inhalen, dus met lood in mijn kaplaarzen meldde ik mij die zaterdagochtend voor mijn eerste beurt.

Eerst dronken we koffie en thee. Ik voelde me een vreemde eend in de volkstuinbijt. De leden kenden elkaar minstens dertig jaar. Ze kenden elkaars kinderen, kleinkinderen en honden.  Ze waren ook allemaal een stuk ouder dan ik en goed tot zeer goed onderlegd in het tuingebeuren. De penningmeester nam het woord en begon te vertellen over de van de Floriade ontvangen planten en struiken, de diefstal van groenten, fruit en tuingereedschap en de werkzaamheden die op het programma stonden. Er moesten twee bomen worden uitgegraven en de bosjes en heggen rondom het complex moesten worden gesnoeid. Ruim voor 12 uur zouden we klaar zijn, beloofde hij.

Ik hobbelde achter de meute aan, die zich plotseling verspreidde over het perceel dat aangepakt moest worden. Mijn tuin, die op een hoek lag, werd aan het zicht onttrokken door bosjes, dus ik wist dat daar iets te snoeien viel. Een aardige, ervaren tuinierster voegde zich bij me. Aanvankelijk keuvelend, maar al snel ontspannen zwijgend knipten we de uitgeschoten takken terug. Ik zat er net lekker in toen ik werd aangesproken door een oudere heer. Elf uur, het was koffiepauze.

Daar zaten we weer. Koffie en thee, nu voorzien van een bastognekoek. En opnieuw vlogen de kinderen, kleinkinderen en honden over de tafel in het clubhuis. Af en toe probeerde ik aan te haken bij een verhaal, stiekem kijkend op mijn horloge. Het duurde een eeuwigheid voordat we weer aan de slag konden.

Tegen het eind van de werkbeurt kreeg ik bezoek van ouwe rot N., de appelboomexpert. Gratis en voor niets adviseerde hij mij over de appel- en perenboom in mijn tuin. Kijk, daar had ik wat aan. Daarna knipte ik voor de vorm nog hier en daar een takje weg, totdat ik te horen kreeg dat we mochten stoppen. Opgelucht borg ik mijn kaplaarzen en snoeischaar op en fietste naar huis.

Volgende week inhaalbeurt.

 

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.