De eerste jaren dat we in Almere woonden was hij de koning van de buurt. Met zijn gevaarlijke blik, dito naam en indrukwekkende zwarte neus hield hij de buurtkatten op afstand. Als er gevochten moest worden was hij de winnaar. Altijd. Totdat er een jaar of wat geleden een rode kat ten tonele verscheen. Of eigenlijk twee, die een bondje vormden en die we niet uit elkaar konden houden. Het werd Rood tegen Zwart-wit, en Rover moest zijn territorium prijsgeven aan zijn belagers.

Sinds de zomer wordt hij regelmatig afgehaald door een vervaarlijk uitziende zwarte poes, die hem opwacht bij de schuttingdeur. Het liefst zou zij bij ons willen wonen, en we weten niet goed of het zijn vriendin is of een valse dame die zijn plek wil inpikken.

 

In elk geval kwam Rover thuis met flinke bijtwonden naast zijn staart. Die niet vanzelf dichtgingen, maar ook nog gingen ontsteken zodat een dierenartsbezoekje niet meer te vermijden was.  Vanaf de speciale kattenparkeerplaats in de wachtkamer keek hij beteuterd naar de zenuwachtige chihuahuapup die luisterde naar de naam Bowie. Telkens als de deur van de behandelruimte open ging verstarde hij. Eenmaal aan de beurt kon hij nog even laten zien dat er met hem niet te sollen viel. De dierenarts en haar assistente moesten hem in de houdgreep nemen om de wond te kunnen bekijken en te ontsmetten.
De antibiotica toedienen is geen enkel probleem. Verstopt in een bolletje Easypill gaat het erin als een Kinderei.
Eten is namelijk nog steeds zijn beste vriendin.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.