Ik volgde een online class. Nooit gedacht dat dit iets voor mij zou zijn, maar ik bleef maar doorklikken. Nog een lesje, weer een inspirerend filmpje van iemand uit een ander werelddeel die doet wat ik het liefste doe: tekenen.
Ik was 17 toen ik mijn eerste boek over de kunst van het tekenen kocht. Ik had natuurlijk wel eens iets uit de bieb gehaald, maar dit boek was van mij en ik kon het zo lang gebruiken als ik wilde.
David Hockney schreef het voorwoord en noemde het ‘een fantastisch boek’.
En dat was het ook. Twee merkloze tekenblokken met een maïsgele kaft kladderde ik vol. Ik tekende Rembrandt na, Seurat en Velazquez. Ik tekende theepotten en katten. Ik tekende ogen, oren en handen.
Een paar lijnen, en daar verscheen het voorhoofd van moeder die een boek aan het lezen was.
Op tekenles durfde ik niet, laat staan naar de kunstacademie zoals zus P. suggereerde. Op een zondagochtend fietste ik samen met vader naar de doodstille binnenstad om een kijkje te nemen. Ik herinner me een trappetje naar een souterrain. De academie was dicht, uiteraard, en waarom we niet op een ander tijdstip zijn gegaan: geen idee.
Het tekenen speelde een steeds minder prominente rol in mijn leven toen ik trouwde en kinderen kreeg. Ik volgde nog een schriftelijke cursus tekenen en schilderen en verdiepte me in de kunstgeschiedenis, maar veel verder dan het maken van een leuke uitnodiging kwam ik niet.
Vele, vele jaren later pas zette ik de stap om een echte opleiding te gaan doen. Weliswaar geen academie, maar wel een tweejarige opleiding met examenopdrachten en een eindexpositie. Nog twee jaar van verdieping volgden en ik gaf workshops ‘Toeval en experiment’. Een van mijn docenten was bereid mij na de opleiding te coachen, maar door de verhuizing naar de nieuwe woonplaats kwam ook daar de klad in.
De korte cursus ‘Gemengde technieken’ die ik volgde had ik ook zelf kunnen geven. De cursus ‘Klas op stand’ beëindigde ik voortijdig vanwege gefrustreerde medecursisten. Of was ik zelf een gefrustreerde medecursist?  Een korte cursus ‘Collages maken’ was even inspirerend, maar gaf niet de juiste richting.
Ik schreef het ene na het andere epistel om te ontdekken wat ik nog eigenlijk wilde met mijn creatieve talenten. De onzekerheid domineerde.
Toen kwam Het zilveren randje, gewoon omdat het moment daar was. Tegelijkertijd schreef ik me toch weer in voor een takkeduur traject om te ontdekken wie ik nu eigenlijk was als artist. Ik ergerde mij aan de docent en had spijt van de zogenaamde investering.
Telkens weer op zoek, om te ontdekken dat ik eigenlijk al daar ben waar ik wil en kan zijn. Nu durf ik te zeggen dat ik kunstenaar ben, en af en toe een online class volg voor de broodnodige uitdaging en inspiratie.
Ik ga lekker verder met mijn huiswerk.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.